Etalagebenen

Etalagebenen – Claudicatio intermittens

Etalagebenen is de volksterm voor ‘claudicatio intermittens’. De oorzaak hiervan is de aandoening perifeer arterieel vaatlijden (PAV). Bij deze aandoening zijn de slagaders in de benen vernauwd, waardoor te weinig zuurstof naar de spieren wordt aangevoerd. Hierdoor ervaart men krampachtige pijn of een doof gevoel in het been tijdens en na inspanning. Deze pijn treedt vaak op in de kuiten, maar kan ook in de bovenbenen of bilspieren optreden. Na rust verdwijnt de pijn, vanwaar de term etalagebenen: patiënten proberen de pijn te maskeren door noodgedwongen de etalage van een winkel te bekijken. In Nederland wordt geschat dat ruim 19% van de 55-plussers lijdt aan een vorm van PAV.

Etalagebenen worden veroorzaakt door slagaderverkalking. Bij slagaderverkalking worden de wanden stugger en dikker, waardoor vernauwingen optreden. Deze verdikkingen, ook wel plaques genoemd, worden veroorzaakt door een opeenhoping van gladde spiercellen en cholesterol. Door de vernauwing in de slagaders van en naar de b enen, gaat het bloed trager stromen en ontstaat er een zuurstoftekort in de beenspieren bij inspanning. Hierdoor ontstaan de klachten in de benen bij etalagebenen. Slagaderverkalking is in principe een ouderdomsziekte. Het verloopt geleidelijk, waardoor de meeste mensen er pas op latere leeftijd last van krijgen. Het verkalken van de slagaders kan echter sterk versneld optreden door een aantal factoren als roken, een te hoog cholesterolgehalte (en ongezonde voeding), te weinig lichaamsbeweging en diabetes mellitus.

Alhoewel bij etalagebenen de slagaders in de benen zijn verkalkt, betekent dit niet dat de overige slagaders in het lichaam niet zijn aangetast. Slagaderverkalking wordt daarom ook wel een systeemziekte genoemd: alle slagaders in het lichaam kunnen worden getroffen. Zo kunnen bijvoorbeeld de kransslagaders, die het hart van bloed voorzien, en de halsslagaders, die de hersenen van bloed voorzien, zijn aangetast. Dit kan leiden tot verschillende uitingsvormen en klachten, maar de onderliggende oorzaak is identiek: het dichtslibben van de slagaders.

Gesuperviseerde looptherapie en leefstijlbegeleiding

De eerste keus behandeling bij etalagebenen is gesuperviseerde looptherapie en leefstijlbegeleiding. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat gesuperviseerde looptherapie leidt tot een verbetering in loopafstand, die vergelijkbaar is met de verbetering die behaald wordt middels een invasieve behandeling (‘dotter’ of een bypass operatie). Daarnaast verbetert de kwaliteit van leven en de algemene conditie van patiënten door de actievere leefstijl. Ook zijn er minder risico’s, zoals een infectie, verbonden aan gesuperviseerde looptherapie t.o.v. een invasieve behandeling. Tachtig procent van de patiënten met etalagebenen zijn dan ook tevreden met deze fysiotherapeutische behandeling en hoeven vervolgens geen invasieve behandeling meer te ondergaan.

 

Wat is gesuperviseerde looptherapie? En wat houdt zo’n traject in?

Een traject gesuperviseerde looptherapie en leefstijlbegeleiding begint met een ‘intake’-gesprek bij een Chronisch ZorgNet therapeut die is gespecialiseerd in etalagebenen. Tijdens dit gesprek worden de klachten en beperkingen in bewegingsmogelijkheden besproken. Ook zal de maximale loopafstand en conditie worden bepaald middels een loopbandtest of een andere aangepaste test. Gedurende het traject zal deze test meerde malen worden herhaald om de vooruitgang te kunnen bepalen.

Op basis van de resultaten van de looptest en het klachtenpatroon stelt de therapeut samen met de patiënt een persoonlijk trainingsschema op. De eerste weken van dit schema zijn zeer intensief, zo’n 2 tot 3 trainingen per week. Het trainingsschema bestaat niet alleen uit lopen, maar ook uit fietsen, spierversterkende oefeningen en indien nodig aanpassing van het looppatroon. Gaandeweg wordt de begeleiding afgebouwd en dient de patiënt zelfstandig te gaan trainen. Dit zelfstandig trainen gaat volgens een vooraf opgezet trainingsschema. Tijdens het lopen kan pijn worden ervaren. Om effectief te trainen, is het belangrijk om ‘door de pijn heen te lopen’. Dit is niet schadelijk voor het lichaam en verergert de aandoening niet.

Gezonde leefstijl

Gedurende het traject zal de Chronisch ZorgNet therapeut ook aandacht besteden aan leefstijlfactoren, zoals roken en een gezonde voeding. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat het stoppen met roken en gezonde voeding de klachten kunnen verminderen. Om de behaalde resultaten te behouden is het uitermate belangrijk om het trainingsschema, dat samen met de Chronisch ZorgNet therapeut is opgesteld, te onderhouden. Ook dient een gezonde leefstijl te worden ontwikkeld. Ook na het behandeltraject is het belangrijk om een gezonde en actieve leefstijl te behouden, anders kunnen de verkregen resultaten verloren gaan.

Terug naar specialismen